Foto: Pixabay

Het uitgangspunt in de wet is dat iedere werknemer waarvan de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, recht heeft op een transitievergoeding. Dit geldt niet als de werknemer ‘ernstig verwijtbaar’ heeft gehandeld. De lat voor ernstige verwijtbaarheid ligt echter hoog.

Je zou denken dat in de situatie waarin de werkgever een werknemer op staande voet ontslaat én de rechter dat ontslag rechtsgeldig acht, er sprake is van ernstige verwijtbaarheid en er dus geen aanspraak bestaat op een transitievergoeding. Dat is echter niet altijd het geval. In een uitspraak van de kantonrechter Rotterdam van 17 juni 2020 wordt dit nog maar eens bevestigd.

Op non-actief

De werknemer, een chauffeur in vaste dienst, is op dinsdag 17 december 2019 bij zijn leidinggevende geroepen. Aan de werknemer werden foto’s getoond van een pakketje, waarvan gezegd werd dat de man dat pakketje had opgehaald bij een bedrijf en waarvan gezegd werd dat daaruit een set oorbellen ter waarde van €30.000 bleek te zijn verdwenen bij aankomst bij de geadresseerde. Mede omdat de werknemer voor de vermissing geen enkele verklaring had, is hij nog diezelfde dag op non-actief gesteld.

Op staande voet ontslagen

De werknemer is vervolgens na verder onderzoek op 20 december 2019 op staande voet ontslagen wegens het verduisteren van de inhoud van een pakket. Hierop is de werknemer een procedure gestart.
Uit de uitspraak volgt dat de werkgever de door haar gestelde dringende reden had onderbouwd met een rapportage van haar security man. Uit het rapport kon echter niet met zekerheid worden afgeleid wat de betrokkenheid van de werknemer in kwestie precies was. De rol van de werknemer kon daarom niet goed worden vastgesteld, behalve dat hij kennelijk chauffeur is geweest van een bepaald transport met een waardevolle vracht.

Gefixeerde schadevergoeding

Ondanks dat houdt het ontslag toch stand. De rechter vindt namelijk dat van de werkgever niet kan worden gevergd dat zij een chauffeur in dienst houdt die niet ook maar een begin van een verklaring heeft voor de vermissing van een kostbare zending uit zijn bus. Hierdoor heeft de werknemer geen recht op de door hem gevorderde zogeheten gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding. Voor de door de werknemer gevorderde transitievergoeding liggen de kaarten echter anders.

Opmerkelijk

Omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, wordt aan hem toch de transitievergoeding toegewezen. Dat is best opmerkelijk.

Dit artikel verscheen eerder op: Vismagazine

Altijd op de hoogte blijven?